Wie lopen er een verhoogd risico op het krijgen van coeliakie? Er zijn een aantal risicofactoren waarbij mensen een verhoogde kans hebben op coeliakie. De risicofactoren zijn:

  • Eén of meerdere eerstegraads familieleden (ouders, broers, zussen en kinderen) met coeliakie
  • Het hebben van andere auto-immuunziekten
  • IgA deficiëntie
  • Syndroom van Down
  • Syndroom van Turner
  • Syndroom van Williams

Eén of meerdere eerstegraads familieleden (ouders, broers, zussen en kinderen) met coeliakie

Heeft u of één van uw familieleden klachten die op coeliakie kunnen wijzen, dan is het verstandig onderzoek te laten doen. Blijkt dat één gezinslid coeliakie heeft dan wordt vervolgonderzoek gedaan bij de rest van het gezin. In eerste instantie wordt dit onderzoek gedaan bij eerste graads familieleden.

Voorbeeld 1:
Een gezin met vader (Sam), moeder (Petra) en twee kinderen (Stijn en Lisa) krijgen te horen dat Stijn coeliakie heeft. Vervolgens worden Sam, Petra en Lisa ook getest via het bloed op aanwezigheid van antistoffen. Zij krijgen alle drie een negatieve uitslag. Hiermee wordt het onderzoek binnen het gezin afgerond.

Voorbeeld 2:
Een gezin met vader (Sam), moeder (Petra) en twee kinderen (Stijn en Lisa) krijgen te horen dat Stijn coeliakie heeft. Vervolgens worden Sam, Petra en Lisa ook getest via het bloed op aanwezigheid van antistoffen. Sam en Lisa krijgen een negatieve uitslag maar Petra (moeder) krijgt een positieve uitslag. Bij Petra zal verder onderzoek worden gedaan. Uiteindelijk krijgt Petra ook de diagnose coeliakie. Dan wordt de eerstegraads familie van Petra ook getest. Dit betekent de ouders en eventuele broers en zussen van Petra. Met andere woorden de opa en oma en eventuele ooms en tantes van Stijn.

Coeliakie kan ook aanwezig zijn bij mensen met weinig of zelfs helemaal geen klachten. Voor hen kan coeliakie ernstige gevolgen hebben, zoals botontkalking (osteoporose) en bloedarmoede wanneer er geen behandeling wordt gestart. Deze complicaties bij coeliakie kunnen worden voorkomen door zo spoedig mogelijk te straten met de behandeling in de vorm van een glutenvrij dieet.

Het hebben van andere auto-immuunziekten

Coeliakie is een auto-immuunziekte die vaak wordt gezien in combinatie met andere auto-immuunziekten zoals bijvoorbeeld Dermatitis herpetiformis en psoriasis. Onder het kopje aanverwante aandoeningen wordt een overzicht gegeven van de auto-immuunziekten die regelmatig voorkomen in combinatie met coeliakie.

IgA deficiëntie

IgA deficiëntie is een aangeboren aandoening waarbij de afweerstof IgA gedeeltelijk of geheel ontbreekt. Afweerstoffen zijn bepaalde eiwitten die in het bloed zitten en die het lichaam onder andere tegen infecties beschermen. De oorzaak van IgA-deficiëntie is niet precies bekend. Mogelijk spelen zowel erfelijke factoren als omgevingsfactoren een rol.

IgA deficiëntie komt voor bij ongeveer 10% van de mensen die coeliakie hebben. Dit maakt het moeilijker om de diagnose coeliakie te stellen omdat IgA bij coeliakie een belangrijke rol speelt.

Syndroom van Down

Het Syndroom van Down is de meest voorkomende oorzaak van een verstandelijke beperking. In Nederland wordt 1 op de 650 kindjes geboren met het Syndroom van Down. Het is een aangeboren afwijking waarbij het chromosoom 21 drie keer aanwezig is in het DNA in plaats van twee keer zoals bij mensen zonder het Syndroom van Down.

Coeliakie komt opvallend vaak voor bij mensen die het Syndroom van Down hebben. In Nederland komt coeliakie voor bij 1 op de 100 mensen. Bij mensen met het Syndroom van Down komt coeliakie voor bij 1 op de 14 zo blijkt uit onderzoek uit 1996.

Syndroom van Turner

Het Syndroom van Turner is een zeer zeldzame aandoening die alleen voorkomt bij meisjes/vrouwen waarbij één van de twee vrouwelijke chromosomen (XX) geheel of gedeeltelijk ontbreekt. De symptomen wisselen van persoon tot persoon, maar de meest voorkomende symptomen zijn: klein zijn van stuk (korter dan 1,50 meter), het hebben van een brede borstkas met ver uit elkaar staande tepels, een lage haarlijn, laaggeplaatste oren, hartproblemen, nierproblemen en de puberteit komt niet spontaan op gang.

Coeliakie komt tot 10 keer vaker voor bij mensen die het syndroom van Turner hebben, dan bij mensen die dit syndroom niet hebben.

Syndroom van Williams

Ongeveer 1 op de 10.000 baby’tjes wordt geboren met het Syndroom van Williams. De oorzaak van dit syndroom is het ontbreken van een stukje van chromosoom 7. Het syndroom wordt gekenmerkt door een verstandelijke handicap en bepaalde gelaatstrekken (kleine kin, dikke lippen, kleine, iets opstaande neus, krullend haar (dat vroeg grijs wordt), smal voorhoofd) en gaat vaak gepaard met afwijkingen van de grote slagaders.

Coeliakie komt aanzienlijk vaker voor bij mensen die het syndroom van Williams hebben, dan bij mensen die dit syndroom niet hebben.